3. Minder onveilige terugneembare eindberging van radioactief afval

Het is onze verantwoordelijkheid om te voorkomen dat ons nageslacht te kampen krijgt met een straling die onnodig ver boven de norm ligt als gevolg van ons energiebeleid. Die straling neemt toe met de hoeveelheid radioactief afval. Dat heeft twee consequenties.

De belangrijkste consequentie is dat we zo min mogelijk kernafval moeten produceren. Dus liefst géén nieuwe kernreactoren en de bestaande reactoren zo spoedig mogelijk sluiten.

De tweede consequentie is dat voor minimale onveiligheid het huidige afval zal moeten worden verdeeld over een zo groot mogelijk aantal terugneembare bergingen op zo groot mogelijke afstand van elkaar.

Bij de verdeling hiervan is primair dat de geologische eigenschappen zo zijn dat de maximale stralingsbelasting zo laag mogelijk is. Daarbij kunnen de getroffen provincies worden gecompenseerd door andere provincies in evenredigheid met de afname van energie door haar inwoners. Groningen kan daarbij worden vrijgesteld omdat ze al genoeg te stellen hebben met de gevolgen van onze aardgaswinning.

Aan deze minder onveilige eindberging hangt een fors prijskaartje. De COVRA schatte de kosten van niet terugneembare berging op één centrale locatie op 2 miljard euro. Door financiële zorgen van de COVRA komen die al voor rekening van de staat. Reken maar op 4 maal dat bedrag bij 11 kleine bergingen. De vereiste terugneembaarheid maakt de kosten weer een factor 5 hoger. Daar komen dan zeer waarschijnlijk nog de 2 maal zo hoge kosten van terugnemen en herbegraven bij. Onder de streep: zo’n 120 miljard euro. Twee nieuwe kerncentrales verhogen dat nog met 72 miljard euro en het openhouden van kerncentrale Borssele nog meer.

Voor het ontwerp van deze oplossing zijn nieuwe modellen nodig, waarbij ook de horizontale verspreiding van het afval wordt beschouwd. Nieuwe experimenten daarvoor en de verzamelingsidentificatie moeten zo snel mogelijk starten om zo nauwkeurig mogelijke modellen van zulke trage processen te verkrijgen en kunnen doorgaan na herbegraving. Daarbij is advies gewenst van de huidige Nederlandse deskundige op het gebied van het identificeren van verzamelingen, professor Keesman van de Wageningen University en Research.

Een complicerende factor hierbij is dat de COVRA niet onafhankelijk is omdat ze de opdracht heeft het radioactieve afval veilig te bergen. Hoofdonderzoeker Nuclear Research Group (NRG) is al evenmin objectief omdat zij als beheerder van de kernreactor in Petten belanghebbende is. Daarom dient een onafhankelijke organisatie het vervolgonderzoek te coördineren.